1.   dergelijk vnw. 'zodanige'
categorie:
geleed woord
Mnl. dergelike [1236; CG I, 29].
Gevormd uit der, de genitief mv. van het aanwijzend voornaamwoord d(i)e, en het bn. gelijk, letterlijk 'van diezelfde zaken'.
Vergelijkbare vormen zijn nhd. dergleichen, desgleichen.
In het Middelnederlands kwamen ook andere vormen voor: derre-gelik, dier-gehelijck, en ook deser-gelik, deze, en de samenstelling met de genitief van het enkelvoud: des-gelike, dies-gelike.


  naar boven