1.   dieet zn. 'leefregel met betrekking tot voedsel en drank'
categorie:
leenwoord
Mnl. diete 'wat men per dag eet' [1350-1400; MNW]; vnnl. 't Is so ghesont op zijn juyste dyeet te leven 'het is zo gezond de juiste hoeveelheden per dag te eten en drinken' [1617; WNT], een goede di-eet 'leefregel' [1694; WNT water].
Ontleend aan Latijn diaeta 'dieet, leefregel' < Grieks díaita 'leefwijze' en sinds Hippokrates ook 'leefregel voor een zieke met betrekking tot spijs en drank'. Het Griekse woord is van omstreden herkomst.


  naar boven