1.   desem zn. 'zuurdeeg'
categorie:
waarschijnlijk erfwoord
Mnl. deesem 'zuurdeeg' [1399; MNW-P], desem [1399; MNW-P], deysom [1400-50; MNW]; desem [ca. 1540; WNT].
De herkomst is onzeker. Hoewel het woord veel weg heeft van deeg en in een aantal talen verwante woorden deze betekenis hebben gekregen, is het er niet direct mee verwant.
Mnd. desem 'id.'; ohd. deismo 'id.'; oe. þæsma 'id.'; < pgm. *þaismian.
Misschien verwant met Oudkerkslavisch těsto 'deeg'; Oudiers tāis 'deeg'; Grieks staĩs 'deeg' < pie. *teh2-i- 'kneden'.


  naar boven