1.   derailleren ww. 'ontsporen'
categorie:
leenwoord
Nnl. derailleeren 'ontsporen (van treinen)' [1863; Kramers], [1896; WNT trein], derailleren 'ontsporen, uit de koers raken, opraken' (overdrachtelijk) [1953; WNT vitaal].
Ontleend aan Frans dérailler 'uit de rails lopen' [1842; Rey], gevormd uit dé- 'ont-, weg van', zie de-, en het zn. rail 'spoor', zie rail.
Veel spoorwegtermen zijn uit het Engels ontleend of vertaald. Het Engels gebruikt voor 'ontsporen' echter derail of be derailed, dat indirect aan het Frans is ontleend, getuige de eerste attestatie (1850) in OED, uit een boek over het spoorwegstelsel: Derailment: I have adopted this word from the French ... the verb to derail or to be derailed may be used in a corresponding sense 'Derailment: ik heb dit woord overgenomen uit het Frans... het werkwoord derail of be derailed kan in overeenkomstige zin worden gebruikt'.


  naar boven