1.   lobelia zn. 'geslacht van sierplanten (Lobelia)'
categorie:
leenwoord, eponiem, geleerde schepping, bedenker bekend
Nnl. lobelia [1779; Houttuyn II, 11, 118-131].
Ontleend aan wetenschappelijk Neolatijn lobelia, als plantnaam geïntroduceerd door de Franse botanist Charles Plumier (1646-1704), ter ere van de Vlaamse geneeskundige en botanist Matthias de Lobel (1538-1616, Latijnse naam Lobelius). Deze achternaam, een andere spelling voor de l'aubel, gaat terug op de boomnaam Oudfrans aubel 'witte populier', zie abeel.
Fries: lobelia


  naar boven