1.   voelen ww. 'gewaarworden; tasten'
Mnl. voelen 'gewaarworden; tasten' in Alset der jueget voelen beghint, Ginc het ter werelt ende nam een wijf 'toen het (kind) de geslachtdrift gewaarwerd, ging het de wereld in en koos een vrouw' [1300-25; MNW-R], Hi voelde dat haer puls lijf sloech 'hij voelde dat haar polsslag nog op leven wees' [1390-1410; MNW-R].
De afleiding gevoelen, is eerder geattesteerd en bovendien in het Middelnederlands gewoner dan voelen. Er is wel verschil in gebruikssfeer: ghevoelen heeft van oudsher vooral betrekking op innerlijke gewaarwording, bijv. van pijn, geur, de werking van wijn of de nabijheid van God. Bij fysieke betasting spreekt men van oudsher van voelen.
Os. alleen gifōlian, mnd. vüelen (waaruit door ontlening nde. føle); ohd. fuolen (nhd. fühlen); ofri. fēla (nfri. fiele); oe. fǣlan (ne. feel, zie ook feeling); alle 'gewaarworden, (be)tasten', < pgm. *fōlijan-. Het is niet zeker of on. falma 'tasten' hiermee (ablautend) verwant is.
Verdere herkomst onzeker. Wellicht verwant met Kerkslavisch palĭcĭ 'vinger' (Russisch pálec) < pie. *pōl-. Verwantschap met ohd. folma 'vlakke hand', Latijn palma en de andere onder palm 2 genoemde woorden is onmogelijk, aangezien pgm. *fōl- niet uit pie. *plh2- te verklaren is. Latijn palpāre 'aaien, betasten' is wrsch. niet Indo-Europees en lijkt dus eveneens niet verwant te zijn.
Fries: fiele


  naar boven