1.   taboe zn. 'verbod'; bn. 'verboden'
categorie:
leenwoord
Nnl. tabou (zn.) 'gebruik in Polynesië', (bn.) 'onaanraakbaar om sacrale reden' in De koning der Sandwichs-eilanden was tabou [beide 1847; Kramers], taboe (bn.) 'ongepast, verboden' in het woordje sociaal ... is nu taboe [1902; Groene Amsterdammer], 'onaanraakbaar' in Op Otaheite waren de grafplaatsen taboe [1956; WNT Aanv.], (zn.) 'afspraak om ergens niet over te spreken' in zijn geheim ... ik moet het bewaren ... maar het taboe drukt zwaar [1962; WNT Aanv.], een man die de taboes doorbrak en harde woorden sprak over honger en sociale ongerechtigheid [1968; WNT Aanv.].
Het bn. is ontleend, mogelijk via Frans tabou 'onaanraakbaar, verboden' [1785; TLF], aan Engels taboo 'onaanraakbaar, verboden' en het zn., mogelijk eveneens via Frans tabou 'verbod om over iets te spreken' [1842; Rey], eerder al 'onaanraakbaarheid' [1785; TLF], aan Engels taboo 'het plaatsen van iets of iemand onder een vloek of zegen die onaanraakbaar maakt'; beide Engelse woorden werden voor het eerst gebruikt door kapitein James Cook in zijn boek A Voyage to the Pacific Ocean uit 1777, om gebruiken van de Polynesiërs te beschrijven. Het woord taboo, tabu is afkomstig uit het Tonga, de Polynesische taal van het eiland Tonga in de Stille Zuidzee en betekent daar 'heilig, sacraal, onaanraakbaar; verboden, onrein of vervloekt', evenals in verschillende andere talen in Melanesië en Micronesië. Het woord is gevormd uit ta 'gemerkt' en bu, boo 'in grote mate'. Er bestaan varianten als Maori tapu, Fiji tambu.
Het woord heeft in de Polynesische talen het accent op de eerste lettergreep en wordt uitsluitend als bn. gebruikt; de verschuiving van het accent en het gebruik als zn. zijn vernieuwingen in het Engels. Het bn. ontwikkelde in het Engels de betekenis 'onbespreekbaar, uitgesloten van contact' [1826; OED], die ook in het Frans en Nederlands werden ontleend. James Cook gebruikte het woord reeds als zn.; in het Engels ontwikkelde zich de betekenis 'verbod om over iets te spreken; stilzwijgende afspraak om ergens niet over te spreken' [1833; OED], die eveneens in het Frans en het Nederlands is ontleend.
Fries: taboe


  naar boven