1.   acne zn. 'vetpuistje; jeugdpuistjes'
categorie:
leenwoord
Nnl. acne "eene wen in het aangezigt" [1832; Weiland].
Ontleend aan Frans acné [1816] < Neolatijn acne 'uitslag, puistje in het gelaat' < Grieks akmḗ 'punt', met m > n wrsch. via schrijffouten of klankaanpassing. Het Griekse woord is verwant met eg.
Een dergelijke schrijffout of klankaanpassing is met name te vinden in afschriften van geneeskundige werken van Aetius van Amida, zoals in de vertaling van J.B. Montanus 1533 (IV, xiii): De uaris faciei, qui tum ionthi, tum acnae Graecis uocantur 'Over onzuiverheden in het gelaat, die de Grieken soms ionthi, dan weer acnae noemen'.


  naar boven