1.   veer 2 zn. 'pont'
categorie:
geleed woord, erfwoord
Onl. feri 'plaats van overtocht' als toponiem in (gelatiniseerd) Isaac de Vera 'Izaak van Veer (plaats in het huidige Zeeuws-Vlaanderen)' [1174, kopie eind 12e eeuw; Künzel]; mnl. vere in Die vere van Scakersloo [1256; MNW]; vnnl. het veer [1573; Thes.].
Mnd. vere 'veer'; mhd. vere 'id.' (nhd. Fähre); nfri. fear; on. ferja 'id.; vaartuig' (nzw. färja); < pgm. *farjōn-, afgeleid van pgm. *farjan- 'transporteren, vervoeren', waaruit: os. ferian 'varen, per schip transporteren' (mnd. veren); ohd. ferian, ferran 'id.' (mhd. vern); ofri. feria 'voeren, brengen'; oe. ferian 'id.; per schip transporteren, overvaren' ne. ferry; on. ferja (nzw. färja 'overvaren'); got. farjan 'per schip reizen'. Dit *farjan- is een afleiding van het sterke werkwoord *faran-, zie varen 2.
Fries: fear


  naar boven