1.   cypers bn. 'zwart-grijs-gestreept (van katten)'
categorie:
leenwoord
Mnl. cypers 'van Cyprus' [1287; CG II, Nat.Bl.D]; vnnl. cypers satijn [1524; WNT Roklijf], Zijpersch katjen [1661; WNT], Cyprusse Katten en Katers [1697-98; WNT Kat I].
Afleiding van de naam van het eiland Cyprus < Grieks Kúpros (waaruit ook koper). Waarom de kat naar Cyprus genoemd is, is volledig onduidelijk. Het is mogelijk dat de vacht van de kat associaties opriep met een, mogelijk gewaterd of gestreept, weefsel dat in Cyprus geproduceerd werd; deze gedachte wordt ondersteund door het feit dat de Engelse benaming voor een cyperse kat tabby cat [1695; OED], tabby [1774; OED] is, naar wordt aangenomen zo genoemd naar tabby 'gewaterd zijden weefsel', in het Nederlands tabijn [1581; WNT], een woord van Arabische oorsprong. Concretere aanwijzingen ontbreken echter.
Het moderne bn. bij Cyprus is Cyprisch [1664; WNT uitp-] of Cypriotisch. De oudere vorm cypers komt alleen nog voor in de combinatie met kat en in de cyperse godin 'Venus' [1726; WNT gehengen].
Fries: sifers, siferts, sipers, siperts


  naar boven