1.   klysma zn. 'uitspoeling van het darmkanaal'
categorie:
leenwoord, geleerde schepping
Vnnl. clysma 'spuitartsenij' [1658; Meijer]; nnl. het volgende clysma ... laten zetten [1767; WNT zetten], meervoud clysmata [1774; WNT verwekkend].
Ontleend aan medisch Neolatijn clysma, van Grieks klúsma 'lavement', een afleiding van klúzein 'spoelen, reinigen', verwant met louter.
Eerder al waren verwante woorden voor 'darmspoeling' in omloop: vooral mnl. clisterie [1351; MNW-P] en vnnl. clysteer [1642; WNT klisteer], al dan niet via Frans clystère [1487; Rey], ouder clistere [1256], ontleend aan Latijn clyster 'lavement, lavementspuit', van Grieks klustḗr 'id.', afleiding van het ww. klúzein, zie hierboven. Het woord klisteerspuit 'lavementspuit' (clysteer-spuyt [1665; WNT klisteer]) is ook tegenwoordig nog in gebruik.
Fries: klysma


  naar boven