tonsil zn. 'keelamandel' categorie: leenwoord Vnnl. tonsillen [1568; iWNT]. Ontleend aan Latijn tōnsillae 'keelamandelen', verkleinwoord bij tōlēs 'krop (in de hals)', mogelijk een woord van Keltische origine, verwant met bijv. Bretons tevenn 'duin, helling'. Fries: tonsil