1.   mitella zn. (NN) 'draagverband voor de arm'
categorie:
leenwoord, alleen in België of Nederland
Nnl. mitella 'draagband voor gewonde arm' [1832; Weiland].
Ontleend aan medisch Neolatijn mitella "dwale, daermen den zeeren arm inne draecht" ('doek waar men de pijnlijke arm in draagt') [1567; Nomenclator]. Dit is een betekenisuitbreiding van klassiek Latijn mitella '(hoofd)band', een verkleinwoord van mitra 'hoofdband', dat weer ontleend is aan Grieks mítrā 'hoofdband, tulband', zie mijter.
Fries: mitella


  naar boven