1.   missie zn. 'speciale opdracht, vertegenwoordiging van de overheid, (katholiek) bekeringswerk'
categorie:
leenwoord
Vnnl. missie 'officiële opdracht' [1518; WNT registreeren], missie '(goddelijke) zending' [1605; WNT reeuwer]; nnl. kerklyke missie (of zending) in Indiën [1776; WNT zending], diplomatieke missies '(vaste) diplomatieke vertegenwoordigingen' [1912; NRC], 'doelstelling' in instellingen moeten een eigen missie formuleren [1990; NRC].
Ontleend aan Frans mission, o.a. '(goddelijke) zending' [ca. 1350; TLF], later ook 'bekeringswerk' [1611; Rey] en 'speciale opdracht' [1656; Rey], ontleend Latijn missiō 'het wegzenden', een afleiding van mittere 'zenden', verdere etymologie onduidelijk. De jongste betekenis 'doelstelling, i.h.b. van grote organisaties' is ontleend aan het Engels.
Fries: missy


  naar boven