1.   fosfaat zn. 'zout van fosforzuur'
categorie:
leenwoord, geleerde schepping, bedenker bekend
Nnl. phosphaten (mv.) 'fosforzure zouten' [1847; Kramers].
Ontleend aan Frans phosphate, een term die in 1782 door de Fransman L.-B. Guyton de Morveau werd geïntroduceerd op basis van de afgekapte woordstam van phosphore 'fosfor' (zie fosfor) en het achtervoegsel -ate, waarmee zouten of esters van zuren worden aangeduid.
Fries: fosfaat


  naar boven