1.   bobslee zn. 'soort slee'
categorie:
leenwoord
Nnl. bobsleigh 'id.' [1912; Kramers], bob, bobsleerennen, bobsleesport [1914; Dale].
Ontleend aan Engels bobsleigh [1830-69], samengesteld uit het Engelse werkwoord bob 'snel op en neer bewegen' [14e eeuw], een woord van onbekende oorsprong, en het zn. sleigh, zie sle(d)e.
Men roept one-two-bob of Nederlands één-twee-bob als teken om overeind te komen en weer te gaan liggen om daarmee de slee vaart te geven.
Fries: bobslide


  naar boven