1.   versie zn. 'uitvoering, tekstvariant'
categorie:
leenwoord
Vnnl. eerst versië 'draaiing, wending; vertaling' [1650; iWNT]; nnl. de Roomsche "Versie" 'de tekstvariant uit Rome' [1795; Vad.lett., 9], de waarschijnelijkste versie 'de waarschijnlijkste verklaring' [1831; iWNT].
Ontleend, al dan niet via Frans version 'variant' [1788; Féraud], ook 'interpretatie' [1674; Rey], eerder al 'vertaling' [1548; Rey] en 'draaiing' [1300; Grand Robert], aan middeleeuws Latijn versio 'draaiing, verandering' (genitief versionis), een afleiding van versus, het verl.deelw. van vertere 'draaien, veranderen, uitleggen, vertalen', dat verwant is met worden.
Van Latijn vertere bestaan diverse afleidingen, die in het Nederlands in verschillende leenwoorden terug te vinden zijn, bijv. advertere 'bemerken', zie advertentie, āvertere 'afwenden', zie aversie, contrōversus 'tegengesteld, betwistbaar', zie controverse, convertere 'omkeren', zie converteren, dīvertere 'uiteengaan, verschillen', zie divers, invertere 'omkeren, omdraaien', zie inversie, en zie nog extravert en introvert.
Literatuur: J.F. Féraud (1788), Dictionaire critique de la langue française, dl.3, Marseille
Fries: ferzje


  naar boven