1.   acclimatiseren ww. 'aan een klimaat, omgeving of situatie wennen'
categorie:
pseudo-leenwoord
Nnl. acclimatiseren 'aan een klimaat wennen' [1824; Weiland], 'aan een omgeving wennen' [1889; WNT], 'aan een situatie, sfeer wennen' [1938; WNT].
Pseudo-leenwoord, gevormd op basis van Frans acclimater [1775], gevormd uit ad- 'naar, tot' en climat 'klimaat', zie klimaat. Een eerdere ontlening luidde acclimateeren. Duits akklimatisieren en Engels acclimatize zijn wellicht mede van invloed geweest op de vorming naar het voorbeeld van andere ontleende woorden op -iseren.
Fries: akklimatisearje
2.   acquisiteur
categorie:
pseudo-leenwoord
Zie: acquisitie
3.   afkicken ww. 'ontwennen, doen ontwennen'
categorie:
geleed woord, pseudo-leenwoord
Nnl. afkicken 'van drugsverslaving afkomen' [1968; Reinsma 1975]; inmiddels ook algemener gebruikt, bijv. in die ene koe melk ik nog om af te kicken (gezegd door een zich terugtrekkende boer) [1997; De Terschellinger 17 april].
In het Nederlands gevormd met af bij het werkwoord kicken (op iets) 'een opwindende ervaring hebben', zie kick.
Met Engels to kick off heeft afkicken niets te maken, want dat betekent 'beginnen'. Het Engelse equivalent van afkicken is to kick the habit, letterlijk 'de gewoonte/verslaving wegtrappen'.
afkicker zn. 'deprimerende ervaring'. Nnl. afkicker 'iemand die afkickt' [1977; Kramers III], later 'deprimerende ervaring, niet noodzakelijk drugs-gerelateerd' [1986; Coster 1992]. Afleiding van het werkwoord.
4.   assuradeur
categorie:
pseudo-leenwoord
Zie: assurantie
5.   aval zn. 'wisselborg'
categorie:
pseudo-leenwoord
Vnnl. wissel bij avallo [1608; Stall.], aval 'tekening als borg' [1683; WNT Supp.].
Herkomst onduidelijk. Ontlening aan een Romaanse taal is niet wrsch. gezien de dateringen, bijv. Italiaans avallo [1803-04; DEDLI], Frans aval [1673; Rey]. Van deze woorden wordt wel ontlening aan Arabisch ḥawāla 'mandaat' voorgesteld. Voor het Nederlands is rechtstreekse ontlening aan het Arabisch in de 17e eeuw echter niet wrsch. Verbinding met een uitdrukking a valoir (met valoir 'waard zijn') wordt voor Frans aval niet wrsch. geacht, maar in het Nederlands zou zo'n pseudo-Franse (en in de oudste attestatie zelfs pseudo-Italiaanse) vorming heel goed mogelijk zijn.
Een aval is een persoonlijke borgstelling door een derde om in iemands plaats te betalen indien deze in gebreke blijft. Dit gebeurt meestal per wisselbrief.
Literatuur: De Bruijn-van der Helm 1992; Philippa 1991
6.   beletage
categorie:
pseudo-leenwoord, alleen in België of Nederland
Zie: etage
7.   bellettrie zn. '(beoefening der) schone letteren'
categorie:
pseudo-leenwoord, leenwoord
Nnl. belletrie 'schone letteren' [1864; WNT voertuig]; eerder al het zn. belletrist "vriend of kenner der fraaije letteren" [1824; Weiland].
Nieuwe, pseudo-Franse, vorming op basis van belletrist < Duits Belletrist [1774, voor het eerst in Goethes Werther], of Engels belletrist 'id.' [1816; OED], beide gevormd naar Frans belles-lettres 'schone letteren', waarin belle 'mooi' is ontwikkeld uit Latijn bella, vrouwelijke vorm van bellus 'mooi', en voor lettre 'geschrift' zie letter.
Vanaf de tweede helft van de 17e eeuw betekende Frans belles-lettres 'schone wetenschappen', als aanduiding van de geesteswetenschappen grammatica, retorica en poëzie. Pas in de loop van de 18e eeuw kwam de betekenis 'schone letteren, literatuur' op.
Fries: belletry
8.   blokkade zn. 'versperring, afsluiting'
categorie:
pseudo-leenwoord
Vnnl. blocquade "beschanssing" [1663; Meijer].
Mogelijk ontleend aan Duits Blockade [midden 17e eeuw] of Engels blockade [voor 1684; OED], of zelfstandig in het Nederlands gevormd met het Franse achtervoegsel -ade van het werkwoord blokkeren.
De oudste vindplaats past een Franse spellingswijze toe; een vorm met -ade komt echter in het Frans niet voor, het equivalent is Frans blocus 'insluiting, blokkade', eerder 'versterkingswerk' [1376], een ontlening aan (een niet te dateren) mnl. blochuus 'blokhuis, bolwerk, versterkingswerk' (nog vnnl. blockhuys 'bolwerk' [1573; Thes.]).
Fries: blokkade
9.   box zn. 'afgesloten ruimte; loophek voor kinderen'
categorie:
leenwoord, pseudo-leenwoord
Nnl. boxes (mv.) 'afgeschoten ruimtes in een paardenstal' [1857; WNT Aanv.], 'loophek voor kinderen' [1939; WNT Aanv.].
In de betekenis 'afgesloten ruimte' ontleend aan Engels box 'kastje, afgesloten ruimte' [1846] < Latijn buxis 'doos', zie bus 1.
De overdrachtelijke betekenis 'loophek waarbinnen kleine kinderen kunnen spelen' [1937; Koenen] betreft een uitsluitend Nederlandse ontwikkeling; het Engelse woord is playpen.
10.   brillantine
categorie:
pseudo-leenwoord
Zie: briljant

Volgende 10 lemmata
  naar boven