1.   roeren ww. 'in beweging brengen, dooreenmengen'
categorie:
waarschijnlijk erfwoord
Onl. reeds in de afleiding irruoran 'verroeren' [10e eeuw; W.Ps.]; mnl. roeren 'in beweging brengen, in beweging komen, (aan)raken e.d.' in si ruorden uuote ende hande 'zij bewogen met hun voeten en handen' [1220-40; VMNW], was si van binnen geruert 'was ze in vervoering' [1276-1300; VMNW], gheroert te samen 'dooreengemengd' [1287; VMNW], ligghende ende rorende 'onroerende en roerende (zaken)' [1291-1300; VMNW].
Os. hrōrian 'bewegen'; ohd. (h)ruoren 'bewegen' (nhd. rühren); ofri. hrēra (nfri. riere, reare); oe. hrēran 'bewegen'; on. hrœra 'bewegen' (nzw. röra); < pgm. *hrōzijan- 'in beweging brengen', afleiding van een bn. *hrōza- 'beweeglijk, snel, sterk', waaruit os. hrōr 'id.'; oe. hrōr 'id.'. Hierbij ook het zn. *hrōzō- 'beweging'.
Verdere herkomst onduidelijk. Indien de betekenis 'dooreenmengen' oud is, is het woord goed te vergelijken met Grieks kirnánai, kerannúnai 'mengen', bij de wortel pie. *ḱerh2-, *ḱrh2- 'mengen' (LIV 328), maar het formele verband met het Germaanse woord is dan niet geheel duidelijk. Men moet een stamuitbreidnig *ḱr-eh2-s- veronderstellen met een causatief of frequentatief *ḱr-oh2-s-éie- > pgm. *hrōzijan-. Sanskrit śrāyati 'koken, braden' en śriṇāti 'mengen, koken, braden' zijn in elk geval niet verwant.
In de meest algemene betekenis '(doen) bewegen' is het woord verouderd, maar desalniettemin komt het nog in diverse, min of meer vaste verbindingen voor, zoals zijn staart roeren, zijn mond roeren, iemand tot tranen toe roeren. Het woord is nu uitsluitend algemeen in de betekenis 'met draaiende bewegingen mengen'. Het teg.deelw. roerend is als bijvoeglijk naamwoord zeer gebruikelijk geworden als ambtelijk begrip: roerende zaken zijn goederen die verplaatsbaar of in beweging te zetten zijn, met het antoniem onroerend voor zaken als gebouwen en grond. Deze begrippen zijn ingevoerd als leenvertaling van juridisch Latijn mobiliaria of res mobiles, letterlijk 'bewegende zaken'. Als bijwoord komt het voor in de vaste verbinding het roerend eens zijn 'het geheel eens zijn'. Oude betekenissen van roeren zijn veelal overgegaan op afleidingen: beroeren 'aanraken', beroerd 'ellendig, aangedaan', beroerte 'herseninfarct', beroering 'opschudding', ontroerd 'emotioneel aangedaan', oproer 'rebellie', (zich) verroeren 'zich bewegen'.
roerbakken ww. 'al roerend bakken'. Nnl. roerbakken "(voedsel) al roerende gaar smoren in een wadjan" [1991; Van Dale HN], Roerbakken is een snelle manier van koken waarbij alle smaakjes goed bewaard blijven [1993; Trouw]. Samenstelling van de stam van roeren en het werkwoord bakken, wrsch. gevormd naar analogie van Eng. stir-fry [1959; OED].
Fries: riere, reare


  naar boven