1.   probleem zn. 'vraagstuk, moeilijkheid'
categorie:
leenwoord
Vnnl. in de Latijnse vorm problema 'wiskundig vraagstuk' in 4 problemata ... geometrice opgelost [1648; WNT]; daarnaast probleme [1650; Hofman]; nnl. problema 'moeilijkheid, kwestie' in vereeniging (van Noord en Zuid) ... dat schoone problema [1830; WNT], probleem in problemen der mathesis en mechanica [1838; WNT], het probleem van de ongelijkheid [1864; WNT], economische problemen [1902; WNT].
Ontleend aan Latijn problēma 'opgave, probleem', dat zelf ontleend is aan Grieks próblēma 'probleem, obstakel, op te lossen vraag', letterlijk 'wat men voor zich krijgt, wat naar voren wordt gebracht', een afleiding van probállein 'naar voren brengen, voorstellen, opwerpen', dat is gevormd met het voorvoegsel prō- 'voor, vooraan, naar voren', zie pro-, en bállein 'werpen', zie bal 2 'danspartij'. De vorm probleem is mogelijk ontleend via Duits Problem 'opgave, moeilijkheid' [16e eeuw; Kluge] of via Frans problème 'wetenschappelijk vraagstuk' [1612; TLF], eerder al 'probleem, opgave' [ca. 1380; TLF].
Fries: probleem


  naar boven