1.   parabool zn. 'kegelsnede'
categorie:
leenwoord
Vnnl. inde snijdinge vande Conus, namentlijck inden Elipsis, parabole, ende hiperbole 'in de kegelsnede, namelijk in de ellips, parabool en hyperbool' [1645; WNT wiskunst]; nnl. parabool, ook wel parabel 'wiskundige figuur' in parabel is eene kromme linie ... [1740; WNT], de parabool komt in de natuurkunde als werplijn en in de sterrekunde als loopbaan van cometen voor [ca. 1880; WNT].
Ontleend aan Neolatijn parabola 'kegelsnede', een term die in de 16e eeuw opnieuw is ingevoerd bij het beschrijven van planeetbewegingen, op basis van Grieks parabolḗ 'kegelsnede', betekenisuitbreiding van 'vergelijking, gelijkenis', zie parabel.
De geometrische betekenis was in de 3e eeuw voor Chr. reeds aan het woord gegeven door de Griekse geleerde Apollonius van Perga in een verhandeling over kegelsneden, zie ellips 1.
Fries: paraboal


  naar boven