|
1. |
albino zn. 'mens of dier zonder pigment' categorie: leenwoord Nnl. Kackerlakken, Dondos, Albinos, Blafards, of hoe men dit slag van menschen gelieft te noemen (over mensen zonder pigment op Bantam) [1786-1793; WNT kakkerlak II], albino's (mv.) 'mensen zonder pigment' [1862; WNT Supp.], 'dieren zonder pigment' [1942; WNT Supp.]. Ontleend aan Spaans albino 'id.' [1650-75; Corominas], afleiding van het bn. albo 'wit' < Latijn albus 'wit', zie abeel. De Spaanse aanduiding negros albinos 'negers met lichte huid' duikt in de 18e eeuw op. Fries: albino
|
naar boven
|