1.   puree zn. 'fijngewreven levensmiddelen'
categorie:
leenwoord
Mnl. pureye 'puree' in pureye van witten erweten 'puree van witte erwten' [1351; MNW-P], vnnl. poreye van Erweten [1599; WNT]; nnl. Hij zijn ... eetlust botvierend aan aardappelen purée met lapjes [1888; WNT lap I], overdrachtelijk in de purée 'in ernstige moeilijkheden' [1931; WNT].
Tweemaal ontleend aan Frans purée 'brij van gekookte groenten' [13e eeuw; Rey]. De oude vorm op -eye correspondeert met de tweelettergrepige uitspraak van Oudfrans -ée. In het Vroegnieuwnederlands verouderde dit woord. In de 19e eeuw werd Frans purée opnieuw ontleend. Het Franse woord betekent letterlijk 'gereinigd, van schillen e.d. ontdaan' en is het vrouwelijke verl.deelw. van Oudfrans purer 'reinigen' (later vervangen door Nieuwfrans purifier), ontwikkeld uit Laatlatijn purare 'id.', afleiding van klassiek Latijn pūrus 'schoon', zie puur.
Fries: -


  naar boven