1.   bie bn. 'geweldig'
categorie:
verkorting
Nnl. niet zo bie 'niet zo speciaal (gezegd van een tuinplant)' [1970; WNT Aanv.], ik vond het niet zo bie 'ik vond het niet bijzonder' [1976; WNT Aanv.].
Ook vaak in de uitdrukking bie zijn, zich bie voelen 'zich goed voelen'. Vermoedelijk gaat het om een verkorting van biezonder, dus ik voel me niet zo bie voor ik voel me niet zo bijzonder (goed), zie bijzonder. Een andere (minder waarschijnlijke) mogelijkheid is dat het gaat om een dialectvariant van het voorzetsel bij 1 'nabij, aanwezig' in uitdrukkingen als hij is nog niet bij 'hij is nog niet bijgekomen' of Ah waer ick weer gesont, ah waer ick weder by! 'ach, was ik maar weer gezond, ach, was ik maar weer erbij / op de been / beter' [1662; WNT].
Fries: by


  naar boven