1.   bibberen ww. 'trillen, rillen van kou'
categorie:
intensiefvorming of frequentatief
Nnl. bibberen [1794; Toll.], bibbren 'rillen van kou' [1819; WNT wol].
Frequentatief, met geminatie van de medeklinker (zie Schönfeld 1970, par. 191), van *biƀon- 'beven', zie beven, zoals stribbelen van streven, kibbelen van kijven.
Nhd. bibbern; Noord-Fries bevern, nfri. bibje, bibberje; on. bifra.
Fries: bibje, bibberje


  naar boven