1.   deponeren ww. 'opbergen, in bewaring geven; registreren; een getuigenverklaring afleggen'
categorie:
leenwoord
Mnl. deponeren 'in bewaring geven' [1495; WNT Supp. alzoo]; vnnl. deponeren '(getuigen)verklaring afleggen' [1548; Stall.], gedeponeert (verl.deelw.) 'opgeborgen' [1665; WNT overreiken I]; nnl. deponeeren 'officieel laten registreren' [1899; WNT verslaan].
Ontleend aan Latijn dēpōnere 'neerleggen, opzij leggen', gevormd uit het voorvoegsel dē- 'weg (van), naar beneden' (zie de-) en het werkwoord pōnere 'leggen, zetten' (zie positie).


  naar boven