|
1. |
deprimeren ww. 'neerdrukken, ontmoedigen' categorie: leenwoord Vnnl. Deprimeren "nederdrucken oft vertreden" [1553; WNT vertreden I]; nnl. deprimeeren 'somber stemmen, ontmoedigen' [1895; WNT Aanv.]. Ontleend aan Frans déprimer 'indrukken, inslaan; vernederen, verzwakken' [1314; Rey] < Latijn dēprimere 'neerdrukken, vernederen', gevormd uit dē- 'naar beneden', zie de-, en premere 'drukken' (verl.deelw. pressus), zie persen. Zie ook depressie. ◆ gedeprimeerd bn. 'terneergeslagen'. Nnl. gedeprimeerd 'id.' [1895; WNT wee III]. Zelfstandig gebruikt verl.deelw. van deprimeren.
|
naar boven
|