1.   gems zn. 'berggeit (Rupicapra rupicapra)'
categorie:
leenwoord, waarschijnlijk erfwoord
Vnnl. ein gems 'steenbok' [1515; Murmellius], een gemse 'steenbok' [1546; Dasypodius], ghemse 'gems, berggeit' [1599; Kil.], gemschenhoorn 'hoorn van een gems (als muziekinstrument)' [1622; WNT quintadena].
Ontleend aan Vroegnieuwhoogduits Gemse (Nieuwhoogduits Gämse), Middelhoogduits gemeze, Oudhoogduits gamiza, gamez. Kiliaan 1599 betitelt ghemse als Germ.Sax. = Duits. De verdere herkomst is omstreden. Zie ook zeem 1.
In het ohd. bestond ook de vorm gamuz, gamz, bewaard gebleven in Beiers Gams. Engels chamois 'gems; gemzenleer, zeem', ouder shamoye, is ontleend aan Oudfrans camois, chamois (Nieuwfrans chamois 'gems, zeemleer') < Laatlatijn camox, waaruit ook ouder Spaans camos (Nieuwspaans gamuza), Portugees camuça, camurça, Reto-Romaans chamotsch, Italiaans camoscio (m.), camozza (v.).
Het Laatlatijnse camox is opgetekend in de 5e eeuw. Hoewel aangenomen wordt dat de Germaanse en de Romaanse vormen met elkaar verwant zijn, bestaat hierover geen zekerheid. Het woord is waarschijnlijk afkomstig uit een pre-Romaanse alpentaal.
Over de verdere herkomst van het woord zijn verschillende hypothesen geopperd. Zo is er wel gedacht aan een Indo-Europese wortel *kam/kem 'stok, hoorn' (IEW 556, maar dit is zeer onbetrouwbaar), en aan vóór-Indo-Europees *kam- 'steen'. Ook heeft men zich afgevraagd of camox ontleend kan zijn aan het Arabische woord jamūsa 'waterbuffel' (dialectisch uitgesproken als chamoeza). Dit is echter onwaarschijnlijk, omdat de Arabische invloed in Europa pas na de 5e eeuw begon. In de Alpentalen zijn een aantal woorden ontleend aan oude Kaukasische vormen, en er is voorgesteld dat camox mogelijk afkomstig is van het Kaukasische woord gamuš 'buffel'. Deze hypothese is verlaten, omdat gamuš in het Kaukasisch een recent woord bleek te zijn, ontleend aan het Nieuwperzisch. Philippa (1990) wijst erop dat zowel de Kaukasische als de Arabische vorm ontleend is aan het Perzische woord gāwmīš, dat is opgebouwd uit de Indo-Europese wortels *gwou- 'koe' + *moiso-s 'schaap', en wellicht een mengvorm van koe en schaap aanduidt. Misschien is het pre-Romaanse woord voor gems samengesteld uit dezelfde Indo-Europese wortels. Zowel wat de vorm als wat de betekenis betreft is deze Indo-Europese herkomst weinig waarschijnlijk.
Literatuur: M.L.A.I. Philippa (1990), 'Schuilt in zeem een waterbuffel?', in: J.B. den Besten e.a. (red.) Vragende Wijs. Vragen over tekst, taal en taalgeschiedenis, 130-135, Amsterdam 1990; O. Szemerenyi (1998), 'An den Quellen des lateinischen Wortschatzes', in: Innsbrucker Beiträge zur Sprachwissenschaft 56, 141-157; Vennemann 2003, 648-87


  naar boven