1.   déjà vu zn. 'reeds bekende ervaring'
categorie:
leenwoord, geleerde schepping
Nnl. [1934; Sijs 2001].
Ontleend aan Frans déjà vu, een verzelfstandigde combinatie van het bijwoord déjà 'reeds, eerder' en het verl.deelw. vu van voir 'zien'.
Het gevoel dat men een gebeurtenis al eerder heeft meegemaakt is veel ouder dan de huidige naam. Al in de 5e eeuw schrijft Augustinus over falsae memoriae 'onjuiste herinneringen' waarin de Pythagoreërs duizend jaar eerder een bewijs zagen voor de zielsverhuizing. In de 19e eeuw kreeg het toen veelbeschreven verschijnsel zo'n twintig verschillende namen, zoals Frans fausse reconnaissance 'verkeerde herkenning' en Duits Doppelwahrnehmung 'dubbele waarneming'. De neutrale term déjà vu is in 1896 door de Franse arts F.L. Arnaud tijdens een lezing voorgesteld met het argument dat een vakterm niet moet vooruitlopen op de verklaring.
Literatuur: D.Draaisma (2001) Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt, Groningen, p. 146 e.v


  naar boven