1.   hoera tw. als vreugde-uiting; zn. 'uitroep van vreugde'
categorie:
leenwoord, klankwoord
Nnl. als zn. in het aanrukken der Ruitery met hare gewone hurrah's [1816; WNT], als tussenwerpsel Hoera! [1830; WNT]. Daarnaast de verbinding met hi(e)p, in een hip-hip-hoeraatje [1845; WNT], hiep-hiep-hiep-hoera! (door soldaten voor een jarige, in een vertaling uit het Duits) [1882; Groene Amsterdammer].
Ontleend aan Duits hurra dat dezelfde functie heeft als in het Nederlands en al in het Middelhoogduits (voor 1350) is afgeleid van een werkwoord hurren 'zich snel voortbewegen' (nu alleen nog dialectisch), waarvoor zie ook herrie.
Het Duitse tussenwerpsel hurra is een Pruisische soldatenkreet geweest, die ten tijde van de bevrijdingsoorlogen tegen Napoleon (1813-15) zowel in het Duits als in andere Europese talen zeer populair werd (Grimm). In hoeverre er verband is met Engels hurray is niet duidelijk. Het Engelse woord is weliswaar jonger [1686; BDE] dan het Duitse, maar kan zich zelfstandig hebben ontwikkeld uit ouder huzza, hussa [1573; BDE], hissa [ca. 1500; BDE], dat misschien gerelateerd is aan het Nederlandse werkwoord hijsen. Volgens Pfeifer is Engels hurrah, hurray aan het eind van de 18e eeuw in de Duitse zeemanstaal opgenomen; datzelfde zou ook voor het Nederlands kunnen gelden voorzover hoera in zeemanstaal voorkomt [1833; WNT]. Wat in elk geval aan het Engels is ontleend, is de uitroep hip, hip, (hip,) hoera! De noordelijk-Nederlandse variant met hiep i.p.v. hip wijst wellicht op bemiddeling via Duits hipp hipp hurra. In Engels hip hip hurrah is het eerste woord van onbekende herkomst.
In de 19e eeuw is de spelling nog niet stabiel, getuige varianten als hurra(h), hora, hoerah. Hoera lijkt zich tegen het einde van die eeuw te stabiliseren. De uitspraak kan nog steeds variƫren: de klemtoon kan zowel op de eerste als op de laatste lettergreep vallen.
Literatuur: H. Kern (1866), 'Hurra!', in: Taalgids 8, 291-297


  naar boven