1.   golf 3 zn. 'balspel'
categorie:
leenwoord
Nnl. golf "Schotsch balspel" [1906; Baale].
Ontleend aan Engels golf 'id.', oorspr. een Schots spel met als oudste attestatie (in een keur die handelt over verboden spelen) golf [1457; OED]. Als spelnaam is dit ontleend aan de Middelnederlandse spelnaam (formeel een werkwoord) colven [1415, kopie 16e eeuw; MNW] (ook in de samenstelling colfbane [1433, kopie eind 15e eeuw; MNW]), dat is afgeleid van het zn. colf 'stok waarmee het kolfspel gespeeld werd'. Dit is hetzelfde woord als kolf 'knuppel', dat in deze betekenis een oudste attestatie heeft uit 1360 [kopie 1423-65; MNW sollen].
Kolven was in de Middeleeuwen, en nog tot en met de 17e eeuw, een van Nederlands populairste volksvermaken. Overal lagen kolfbanen, in de openlucht of in kroegen en herbergen. De Schotten moeten dit spel met naam en al uit de in die tijd economisch invloedrijkere Nederlanden hebben overgenomen; populair werd het in het Engeland van de 16e eeuw. Dat daarbij de spelvorm veranderde (in Nederland sloeg men de bal tegen een paal; in Schotland en Engeland in een gat), is een detail. OED meent vanwege dit verschil evenwel dat ontlening aan het Nederlands onwaarschijnlijk is en wijst er daarbij ook op dat Engelse spellingen met een c of k niet zijn gevonden; ontlening in de uitspraak van Nederlands /k/ als Engels /g/ is echter zeker niet onmogelijk.
Het Britse golf werd pas aan het eind van de 19e eeuw in Nederland geïntroduceerd. De eerste golfvereniging die werd opgericht kreeg toen, in 1893, nog een Engelse naam: Hague Golf Club.
golfen ww. 'het golfspel spelen'. Nnl. golfen [1935; WNT Aanv.]. Afleiding van het zn.


  naar boven