1.   opstel zn. 'korte schriftelijke beschouwing, essay'
categorie:
geleed woord
Mnl. opstel 'boosaardig plan' in Haerlieder upstel was doot te slane Rodulfs van Diephout 'het was hun opzet om R. te doden' [1470; MNW]; nnl. 'korte schriftelijke beschouwing' in Dit opstel gaf ik aan een' Notaris [1734; WNT hoofd], Lees dit opstelletje eens aandagtig [1784; WNT], i.h.b. opstel 'essay, schriftelijke beschouwing als stijloefening op school' [1839; WNT].
Afleiding van opstellen in de betekenissen 'ondernemen, op touw zetten' en 'ontwerpen en op schrift brengen', zoals in vnnl. de beroerte jegen den prince ... upgestelt bij ... 'het oproer tegen de prins, op touw gezet door' [begin 16e eeuw; MNW], De Groot ... stelde ... zekere memorie op [1696; WNT], gevormd uit op en stellen.
Het zn. opstel had in het Middelnederlands en het Vroegnieuwnederlands dezelfde betekenis als opzet. Uit 'plan, ontwerp' ontstond later de huidige betekenis.
Fries: opstel


  naar boven