1.   ameublement zn. 'stel bij elkaar horende meubelen'
categorie:
leenwoord
Vnnl. 'inrichting, meubilering' in Manufacturen van Vranckrijck, de welcke tot Kleedinge, Cieraet, of Ameublementen souden konnen dienen [1671; WNT manufacturen]; nnl. elegante ameublements 'bij elkaar horende meubelen' [1800; WNT].
Ontleend aan Frans ameublement 'meubilering, inrichting' [1585], afleiding van het werkwoord ameubler 'meubileren' [1562; Rey] bij het zn. meuble 'meubel', zie meubel.
Fries: ameublemint


  naar boven