1.   es 1 zn. 'loofbomengeslacht uit de Olijffamilie (Fraxinus)'
categorie:
erfwoord
Onl. *ask- in de plaatsnamen Aslao, Ascloha 'Asselt (Limburg NL), letterlijk essenbos' [860, 882; Künzel 72] en Hesc 'Es (Noord-Brabant)' [773-774; Künzel 134]; mnl. asch 'es' [1240; Bern.], essche [1285; CG II, Nat.Bl.D].
Erfwoord, waarin de oorspr. a door umlaut tot e geworden is, zoals ook bij esp. Vermoedelijk heeft hierbij het stoffelijk bn. mnl. esscijn 'van essenhout' (eschen [1240; Bern.]) < pgm. *askīna- een rol gespeeld, naast misschien de homonymie met onl. asca 'as' (zie as 1).
Os. ask 'es, speer, schip' (mnd. esche 'es'); ohd. ask(a) 'es' (nhd. Esche); oe. æsc 'es, speer, schip' (ne. ash 'es'); on. askr 'es, speer, schip' (nzw. ask 'es'); < pgm. *aski-, *aska- 'es'. De aanduiding komt al voor in de 1e eeuw na Chr.: de Romeinse legerplaats Asciburgium 'Asberg' (bij Moers in Duitsland). Van essenhout werden speren en schepen gemaakt. Vandaar de variatie in betekenis al in de oudste bronnen. Een afleiding bij het woord is pgm. *ask-mann- 'zeeman, piraat', zoals in oe. æscman 'zeeman, piraat' en on. askmaðr 'zeeman, piraat, viking' dat mogelijk ook voorkomt in de oude naam van Assendelft (Noord-Holland): Ascmannadelf [11e eeuw; Künzel 73].
Het woord behoort bij de wortel pie. *osk- die ook zit in Grieks oksúa 'beuk', Albanees ah 'beuk' (< *oska of *aska) en Armeens haci 'es' (< *ask(h)io). Het gaat om een uitbreiding met een k-suffix van een wortel pie. *h3es-. Met een ander achtervoegsel zijn afgeleid: Latijn ornus '(wilde) berges' (< *osinus); Oudiers uinnius 'es', Welsh onnen 'es'. Op dezelfde wortel wijzen verder Lets uosis 'es', Oudpruisisch woasis 'es'.


  naar boven