1.   shop zn. 'winkel'
categorie:
leenwoord, leenwoord, leenwoord
Nnl. shop 'winkel' [1847; Kramers], ook als tweede lid in samenstellingen zoals in Kleine nerinkjes ... tobacconist-shops [1932; WNT prullig I].
Ontleend aan Engels shop 'winkel, plaats waar goederen verkocht worden' [1600; OED], ontwikkeld uit Oudengels scoppa 'werkplaats, werkschuur; afdak voor vee' [voor 1050; BDE].
ohd. scop(f) 'stal, overkapping, afdak' (nhd. dial. Schopf). Hierbij ook: mnd. schoppe (nnd. Schupp, nhd. Schuppen); mnl. schoppe 'open bergplaats, afdak, kraampje e.d.' zoals in de samenstelling vleyschschoppen 'vleeskraam' [1367; MNW schoppe], mogelijk ontstaan uit 'dakbedekking uit strobundels' en dan verder verwant met schoof. Mnl. schoppe is in zuidelijke dialecten nog altijd bekend, ook in de vorm schop 'loods, schuur', West-Vlaams schopwinkel 'kruidenierswinkel' (De Bo; Debrabandere 2002). Hieraan ontleend is Oudfrans escope 'kraam' [1230; Rey] (Frans échoppe).
Als tweede lid in samenstellingen, waarbij het eerste lid de aangeboden koopwaar of accessoires aanduidt, is shop erg productief: coffeeshop, copyshop, dropshop, fanshop, growshop, kaasshop, seksshop, smartshop, taxfreeshop.
shoppen ww. 'winkelen'. Nnl. Ik sjopte die middag met de oude Gravin [1932; Van Eyk], shoppen 'winkelen' [1992; Van Dale], 'bij verscheidene zaken, banken, zorgaanbieders e.d. langsgaan om het aanbod te vergelijken' [1999; Van Dale]. Ontleend aan Engels shop 'winkelen, een winkel bezoeken' [1764; BDE], afleiding van shop 'winkel'. ◆ workshop zn. 'creatieve cursus'. Nnl. workshop 'atelier, werkplaats voor creatieve bezigheid' [1977; Kramers II], 'kleinschalige sessie tijdens een congres, cursus e.d. waarbij, na een korte inleiding over een bepaald onderwerp, vragen kunnen worden gesteld, discussie kan worden gevoerd e.d.' in Aan de hand van een discussiestuk wordt in workshops gewerkt aan verschillende onderwerpen [1982; Reinsma 1984]. Ontleend aan Engels workshop 'periode van discussie of praktisch werk waarin men in groepsverband leert over een bepaald onderwerp door kennis en ervaringen te delen' [1937; OED], naast ouder 'werkplaats, atelier' [1562; BDE], gevormd uit work, zie werk en shop.
Literatuur: H. van Eyk (1932), De kleine Parade, Amsterdam, hoofdstuk 10
Fries: shop, sjop ◆ ?


  naar boven