1.   gram 3 zn. 'genoegdoening'
categorie:
leenwoord, volksetymologie
Vnnl. granje, grande 'rechtmatig aandeel' [17e eeuw; WNT]. Nu alleen in de uitdrukking zijn gram halen 'genoegdoening verkrijgen, zich wreken'. Oude attestaties daarvan zijn: zijn grande halen "den lust om zich te wreken bevredigen, zijn moed koelen", hij kan zijn grande niet krijgen, "hij is vol machtelooze woede" [beide 1898; van Dale], hij kan zijn gram niet halen 'hij kan zijn woede niet koelen, hij is vol machteloze woede' [1914; van Dale], zijn gram halen 'genoegdoening verkrijgen' [1974; Koenen].
Door volksetymologische invloed van gram 2 'boosheid' ontstaan uit ouder granje, grande, ontleend aan Frans garant, ouder garand 'waarborg, borg', zie garantie.


  naar boven