1.   sinterklaas zn. 'Sint-Nicolaas, kindervriend'
categorie:
samensmelting (blending), tautologie, contaminatie, samentrekking
Mnl. sinter, senter niclaus, niclaes, claus, claes, cloes in senter cloes bunre 'Sinterklaasbunder' (stuk land te Rijkhoven (Limburg B)) [1283; VMNW senterclaesbunre], in senter niclaus kerke 'de kerk van Sint-Nicolaas' [1297; VMNW selve], Sinter Claeus dach 'Sinterklaasdag' [1340-44; MNW sente], Senter Claes [1374; MNW sente], Sinter Claes [ca. 1400; MNW sente], Sinterclaes [1450-1500; MNW sente]; vnnl. Sinterklaas ook 'feest op de vooravond van de naamdag van Sint-Nicolaas, met geschenken' in Wat kreeghje in uw schoen voor ... Sinter-Klaes? [1661; WNT wondering].
Wrsch. ontstaan uit Sinte-Klaas (zie sint), een vorm die in dialecten nog steeds voorkomt. Hierbij ontstond de vorm Sinterklaas, waarbij wrsch. meerdere oorzaken een rol hebben gespeeld (Pijnenburg 1988), zoals de analogie met (Jansen-Sieben 1968) heiligennamen met een r- en onbeklemtoonde eerste lettergreep, zoals Sint Remeis 'Sint-Remigius' > senter Meis [1280-90; VMNW ander] en Sint Remakel 'Sint-Remaclus' > Senter Makel [1280-90; VMNW makel]. Nog steeds komen heiligennamen met Sinter- voor in streken met een populaire heilige, voor wie op de naamdag bedevaarten plaatsvinden of andere feestelijkheden worden gevierd: in Brussel Sintergoelen 'Sint-Goedele of Sint-Gudula' [1898; WNT vesper], in Antwerpen Sintergwijden 'Sint-Guido', in de Zaanstreek en Waterland Sintermaarten [1920; WNT volk], in Groningen Suntermaerten, en Sinternelle 'Sint-Reneldis' in Sint-Renelde.
Te verwerpen valt de hypothese van Vercouillie dat uitgegaan moet worden van sinter, senter in vrouwelijke datiefenkelvoudverbindingen als Tsenter Victors misse 'op de dag van de mis van Sint Victor' [1334; MNW]: senter Victors is hier een genitiefconstrucie, waarbij geen vrouwelijk zelfstandig naamwoord aanwezig is. Zeer onwaarschijnlijk is de verklaring van FvW en MNW: Sinterklaas zou ontstaan zijn uit Sint Heer Klaas. Die volle vorm is nergens aangetroffen, ook niet voor andere heiligennamen.
Literatuur: J. Vercoullie (1915), 'Sinterklaas', in: TNTL 34, 32-34; J.L. Pauwels (1934), 'Van waar komt de r in Sinterklaas?', in: Germania I, 1, 2-3; L. Goemans (1938), 'Sinter-Goedele (Sinte-Goedele) en andere heiligennamen met Sinter- gevormd', in: Handelingen van de Commissie voor Toponymie en Dialectologie 12; R. Jansen-Sieben (1968), 'Sinterklaas en andere sinternamen', in: Taal en Tongval 20, 104-127; W.J.J. Pijnenburg (1988), 'Sinterklaas van Oudenbiezen', in: Naamkunde 20, 24-36
Fries: sinteklaas, sinterklaas


  naar boven