1.   epiek zn. 'verhalende literatuur'
categorie:
leenwoord
Nnl. epiek 'beoefening van het epos' [1899; Woordenschat], epiek 'verhalende literatuur' [1906; WNT]. Al eerder het bn. episch [1863; Kramers].
Wrsch. via Duits Epik 'id.' (gevormd naar analogie van andere abstracta op -ik) teruggaand op Latijn epicus 'episch, heroïsch' < Grieks epikós 'verhalend', afleiding van épos 'gesproken woord', zie epos.


  naar boven