1.   breedvoerig bn. 'omstandig'
categorie:
geleed woord
Nnl. breedvoerig 'omstandig' [1760; WNT vers I].
Gevormd uit het bn. breed en het zn. voere (al mnl. in de betekenis 'handelwijze, manier' [ca. 1410; MNW]) zie voeren 1, en het achtervoegsel -ig, naar het model van uitvoerig [1664; WNT], dat wrsch. is afgeleid van het werkwoord uitvoeren.


  naar boven