1.   braveren ww. 'trotseren'
categorie:
leenwoord
Vnnl. braveren 'onstuimig zijn' [1588; Kil.], 'trotseren' [1660; WNT].
Ontleend aan Frans braver 'trotseren, uitdagen, spotten' [ca. 1515; Rey], een afleiding van het bn. brave 'dapper, loyaal', zie braaf; zie ook bravo.


  naar boven