1.   fornuis zn. 'kookmeubel'
categorie:
leenwoord
Mnl. forneyse, fornayse 'grote oven, smeltoven; hellevuur', bijv. in die forneys makere 'de ovenmaker' [1293; CG I, 159], gout datmen puergeert wallende in enen forneyse 'goud dat men zuivert door het in een smeltoven te verhitten' [1340-60; MNW-R], in ene fornayse was si daer nare Ghewoerpen 'ze werd daarna in een oven geworpen' [1393-1402; MNW-R], forneys 'kookkachel' [1582; WNT]. Ook bestaat de vorm mnl. fornoys(e) [1437; MNW-P], die resulteert, met ui als in buitelen, in nnl. fornuis, bijv. in in dit fornuis stont een groote ketel byna vol water [1714; WNT].
Ontleend aan Oudfrans fornaise 'grote oven' [ca. 1121; Rey], fornaiz 'id.' [1155; Rey] (Nieuwfrans fournaise 'gloeiende oven, vuurzee'), dat teruggaat op Latijn fornāx (genitief fornācis) 'grote oven; vuurmond', een afleiding (vergrootwoord) van furnus 'bakkersoven', verwant met Grieks thermós 'heet', zie thermo-.
Een forneys(e) onderscheidde zich in het Middelnederlands van een oven doordat er geen voedsel in werd bereid; vergelijk bijv. het citaat ovenen, asten ende fournoysen 'bakovens, droogovens en smeltovens' [1525; WNT oven]. In het Vroegnieuwnederlands was dat al niet meer altijd het geval. In en op fornuizen kan voedsel worden bereid en ovens worden ook in de industrie toegepast. In de moderne keuken heeft fornuis in het algemeen nog steeds een meubelbetekenis (oven plus kookplaten), maar voedsel bereid men slecht nog in de oven of op het fornuis. Ook bij afwezigheid van een ovengedeelte is de uitdrukking op het fornuis 'op de gezamenlijke gaspitten of kookplaten' gangbaar.
Fries: fornús


  naar boven