1.   arduin zn. 'hardsteen'
categorie:
leenwoord
Mnl. ordunen (datief mv.) 'gehouwen steen' [1291; CG I, 1568], orduun [1400; Debrabandere 1994], arduun [1414; MNW].
Afgeleid van Oudpicardisch ordon 'bepaalde steensoort', volgens FEW afgeleid van pgm. *hurd 'vlechtwerk'; de steen zou vooral gebruikt zijn bij ruw metselwerk of bij het bouwen van uitspringende torenomlopen, betekenissen die we terugvinden in de Franse woorden hourdage resp. hourd.
Men zou *ordoen naast orduen verwachten, zoals ook mnl. capoen naast capuyn < Latijn capōnem 'gesneden haan' en anjoen naast a(n)juin < Latijn ūniōnem 'ui'. De vormen met ar- en die met or- staan nog in de 17e eeuw naast elkaar. De overgang van voortonige -o- naar -a- komt bij Franse leenwoorden vaker voor, zoals bazuin.
Fries: ardún


  naar boven