1.   glottis zn. 'stemspleet'
categorie:
leenwoord, geleerde schepping
Nnl. glottis 'stemspleet' in glottis "de spleet der gorgel, die ... veel tot de stem toebrengt" [1734; Hubner], zangtoonen worden alleenlyk door de glottis geformeerd [1751; WNT Aanv.].
Internationale wetenschappelijke term, Neolatijn glottis, gebaseerd op Grieks glōttís 'id.', afleiding van glõtta 'tong, taal', zie glos(se).
Fries: glottis


  naar boven