1.   kramiek zn. (BN) 'eierbrood met krenten of rozijnen'
categorie:
geleed woord, alleen in België of Nederland
Mnl. eerst in middeleeuws-Latijnse teksten, zoals xii alletia et credemicas '12 haringen en kramieken' [12e eeuw; Du Cange], sedecim panes vulgo dictos credemig 'zestien broden in de volkstaal credemig genoemd' [1269; MNW], dan credemick 'soort fijn brood' in credemicken wit alse een snee 'broden wit als sneeuw' [1300-50; MNW-R], cramick, in de samenstelling cramikbroot [1336; Stall. I, 291], cramicke [1366; MNW], met metathese ook kermick, kermich [15e eeuw; Stall. II, 108].
Samenstelling met een onduidelijk eerste lid. Het tweede lid is wrsch. hetzelfde woord als Nederlands mik 'brood'. Wellicht is het eerste lid crede- in de oudst geattesteerde vormen het woord credo 'ik geloof, geloofsbelijdenis', dat in het Middelnederlands veelvuldig voorkomt in de vorm crede, bijv. in pater noster ende crede 'onzevader en geloofsbelijdenis' [1350; MNW-R]; deze benaming houdt dan in dat het brood voor kerkelijke of monastieke gelegenheden bestemd was. Boutier (2006) leidt het woord af uit de zegswijze in kloosters crede mihi 'geloof me vrij', uitgesproken als crede miki, crede mich, die gepaard ging met het overhandigen van het brood.
Het Belgische-Franse cramique komt al vroeg voor: cremmicha 'soort gewicht' [1218; TLF], cramiche 'brood van een bepaald gewicht' [1380; TLF]. Het Franse woord zou ontleend kunnen zijn aan het Brabants, maar het kan ook Romaans van oorsprong zijn. Rey verklaart het als een samenstelling van crème 'room' en miche 'rond brood' (zie boven). Als deze hypothese klopt, heeft het Nederlands het woord aan het Frans ontleend. Ook bij de credemica's uit de middeleeuws-Latijnse citaten zou er dan sprake zijn van volksetymologie.
Literatuur: J. Grimm (1842), 'Crede mihi', in: Zeitschrift für deutsches Altertum 2, 191; J. Grimm (1849), 'Zu credemihi', in: Zeitschrift für deutsches Altertum 6, 562-563; A. Henry (1960), 'Ancien français cramiche, français belge cramique', in: Etudes de lexicologie française et gallo-romane, 62-71; M.-G. Boutier (2006), 'L'étymologie de cramique', in Le point sur la langue française. Hommage à André Goosse, 237-251
Fries: -


  naar boven