1.   insgelijks bw., tw. 'evenzo'
categorie:
samensmelting (blending), tautologie, contaminatie, samentrekking
Mnl. in met pijnen ende toormenten ... ende in sghelijcs de dood 'met pijn en martelingen en evenzo met de dood' [1485; MNW]; vnnl. Insghelijcx telde hi 'ook telde hij ...' [1501; MNW-P], in het vnnl. ook nog zonder -s insghelijck 'gelijkend (bn.); evenzo' [1599; Kil.].
Samentrekking van mnl. in des ghelike [1390-1410; MNW-R], letterlijk 'in gelijkheid daarvan', in daer laghen indes ghelike sijn wijf ende sijn dochter 'daar lagen ook zijn vrouw en zijn dochter' [1328-50; Rijmkroniek]. Later werd een bijwoordelijke -s toegevoegd.
Het woord wordt in de gesproken taal niet meer gebruikt, behalve als wederwens: als iemand een goede vakantie gewenst wordt, is de reactie nog wel "Insgelijks!".


  naar boven