1811.   inkeer zn. 'zelfbezinning'
categorie:
geleed woord, verkorting, leenvertaling
Mnl. inkeer 'het zich verdiepen in zijn gevoelsleven, innerlijk besef', bijv. in inkeer in gevoelne, ende die utekeer in dogedeleken werken 'het inkeren tot zichzelf en het naar buiten treden met goede werken' en inkeer in enecheiden, ende uutkeer met goedertiernheiden 'zelfbezinning in eenzaamheid en leven in nederigheid' [beide 1380-1400; MNW-P]; vnnl. vaak, later meestal, in verbindingen als tot inkeer komen 'beseffen dat men verkeerd denkt of handelt en zich voornemen zijn leven te beteren', tot inkeer brengen 'iemand tot zo'n besef en voornemen brengen', zoals in om haer tot in-keer te verwecken [1667; WNT].
Afleiding van het na het Vroegnieuwnederlands verouderde werkwoord inkeren 'terugkeren, ergens binnentreden', uit in en keren, dat zowel een letterlijke betekenis had, zoals in soe keert in, ghi porters vri, ende sluut toe u porte met verden 'ga naar binnen (de stad in), jullie vrije burgers, en sluit snel de poort' [1340-60; MNW-R], als de figuurlijke betekenis 'zich tot het eigen innerlijk wenden', zoals in daer wi ons ..., in-keren ende met Gode verenegen [1380-1400; MNW-P].
In de figuurlijke betekenis zijn inkeer en inkeren woorden uit de Middelnederlandse mystieke literatuur, beide voor het eerst geattesteerd in werken van Jan van Ruusbroec (1293-1381). Wrsch. vormde hij deze woorden in navolging van Middelhoogduits īnkēren.
1812.   inkeping
categorie:
geleed woord
Zie: kepen
1813.   inklinken ww. 'krimpen (van een massa)'
categorie:
geleed woord, leenbetekenis
Nnl. eerst het zn. inklinking 'het inkrimpen van grond' [1825; WNT inklinken I], dan inklinken 'inkrimpen van grond' in de van boven uitdrogende venen zakten dus, zij klonken in, zooals men dat noemt [1884; WNT].
Gevormd uit in en het werkwoord klinken 2 'door kloppen vastslaan'; het resulterende werkwoord is onovergankelijk, zoals bijv. ook inkrimpen, inslinken, interen. De betekenisovereenkomst met klinken 'vastslaan' lijkt niet groot, maar gezien de late attestatie van inklinken lijkt het nog onwaarschijnlijker dat er rechtstreeks verband is (Toll.) met de onovergankelijke betekenis die clinken in het Middelnederlands nog had, namelijk 'vastzitten, blijven steken' [1350-1400; MNW], maar die reeds in het Vroegnieuwnederlands verouderd was. Hetzelfde geldt voor de Middelnederlandse variant clingen 'blijven vastzitten; verschrompelen', die ook al vroeg verouderd was. Wel is dezelfde betekenis als van inklinken al vroeg aanwezig bij Engels cling 'vastzitten' [800; OED], 'inklinken' [1300; OED]; er zou dus sprake kunnen zijn van ontlening aan het Engels.
1814.   inkomen zn. 'geld dat men ontvangt uit arbeid etc.'
categorie:
geleed woord, verkorting, leenvertaling
Vnnl. incomen 'opbrengst van het land' in van grane, most, olie, honich, ende alderhande incomens vanden velde [1528; Vorsterman, 2 Kronieken 31:5] (zie ook sublemma), algemener 'opbrengst, verdienste, winst' in vande incommen ende proufyte 'inzake verdiensten en winsten' [1545; Stall.] de helft van het incommen van leenen, erfve ('grond'), renten ..., huysen [1619; WNT], inkomen 'verdiensten uit werkzaamheden of vermogen' in tienden uwes inkomens 'tienden (belasting) van uw inkomen' [1637; WNT].
Misschien zelfstandig gebruik van het werkwoord inkomen, uit in en komen, dat echter zelf in de betekenis 'ontvangen worden (van geld, landopbrengst e.d.)' [1636; WNT] weinig frequent is. Daarom misschien ontstaan onder invloed van Hoogduits Einkommen in dezelfde betekenis.
inkomsten zn. mv. 'geld dat men ontvangt'. Vnnl. de inkomst van eenen prince 'het inkomen van een prins' (Frans revenue) [1573; Thes.], in-komste 'opbrengst, inkomsten' [1599; Kil.], de inkomste des velts 'de opbrengst van het bouwland' [1637; Statenbijbel, 2 Kronieken 31:5]; meestal als meervoud inkomsten [1676; WNT]. Gevormd bij het werkwoord inkomen naar analogie van komst bij komen. Misschien ontstaan onder invloed van het oudere Middelnederduitse woord inkomst in dezelfde betekenis.
1815.   inkomsten
categorie:
geleed woord
Zie: inkomen
1816.   inkwartieren ww. 'tijdelijk huisvesten'
categorie:
leenvertaling, geleed woord
Vnnl. eerst het zn. inquartierynge ... van de soldaten [1637; WNT], dan eenigh Krijgsvolk, tgeen op de Dorpen geinquartiert wiert [1674; WNT]; nnl. de officieren wierden ingekwartiert bij de Leden van de regeering [1795; WNT].
Leenvertaling van Duits einquartieren [begin 17e eeuw; Pfeifer], gevormd uit ein- 'in-' en het werkwoord quartieren 'onderdak bezorgen' [16e eeuw; Pfeifer], dat is afgeleid van Quartier in de betekenis 'slaapplaats, onderdak', ontleend aan Frans quartier 'gebouwen waar een soldateneenheid is gehuisvest' [ca. 1462; Rey], uit algemener 'buurt, wijk' en 'kwart', zie verder kwartier, dat aan hetzelfde Franse woord is ontleend, maar in de militaire betekenis verouderd is behalve in enkele samenstellingen, zoals hoofdkwartier en kwartiermeester.
1817.   inlichtingen zn. mv. 'opheldering, nadere mededelingen'
categorie:
geleed woord, leenbetekenis
Nnl. eerst het werkwoord inlichten 'op de hoogte stellen, opheldering verschaffen' [1807; WNT], dan inlichting 'opheldering, toelichting' [1809; Wdb. ND], dat eenig Uitlegger ... de vereischte inlichting kan geven [1811; WNT], later meestal in het meervoud inlichtingen 'id.' [1844; WNT].
Etymologie onzeker. In de middeleeuwse mystieke literatuur bestond het woord al in de betekenis 'bestraling door Gods geest, inwerking van God op het menselijk gemoed', bijv. in die inlichtinghe der ewangelien der glorien Cristi 'de goddelijke verklaring van de evangeliën over Christus' heerlijkheid' [1399; MNW-P], evenals Middelhoogduits īnliuhten een leenvertaling van Latijn illūminātiō, uit in- 3 en lūmen 'licht'. Na de 16e eeuw is dit woord echter nauwelijks meer geattesteerd, zodat een continue betekenisontwikkeling tot het huidige wereldlijke begrip inlichting(en) niet waarschijnlijk lijkt. Nieuwvorming bij een werkwoord lichten lijkt uitgesloten, omdat lichten 'geestelijk licht spreiden, ophelderen' zeldzaam is en de betekenis van in- hier ondefinieerbaar is. Het meest wrsch. is leenvertaling. Duits einleuchten 'duidelijk worden, overtuigend zijn' is onovergankelijk en heeft geen bijbehorend zn. *Einleuchtung; wrsch. is inlichten dus een leenvertaling van het Engels werkwoord enlighten '(o.a.) toelichten, informeren, verduidelijken'. Het zn. inlichting zal dan zelfstandig in het Nederlands afgeleid zijn, bijv. naar analogie van een ouder woordpaar als voorlichten en voorlichting; het Engelse zn. is enlightenment.
In de oudste vindplaatsen uit de 19e eeuw komt nog alleen het enkelvoud inlichting voor, maar al vanaf het midden van die eeuw is het meervoud inlichtingen gebruikelijker, wellicht onder invloed van Frans informations met dezelfde betekenis, al wordt ook het enkelvoud information veel gebruikt.
1818.   inlijven ww. 'in een groter geheel opnemen'
categorie:
geleed woord, leenvertaling
Vnnl. een mensche moet eerst met Godt inghelyft ... zyn '... geestelijk met God zijn verenigd' [1568; WNT], inlijven 'in een groter geheel opnemen' [1573; Thes.].
Gevormd uit in en lijf, als leenvertaling van Latijn incorporāre 'inlijven, belichamen', voor de wereldlijke betekenis via Frans incorporer 'id.' [1411; TLF]. Het Latijnse woord is met in- 3 gevormd bij het zn. corpus (genitief corporis) 'lichaam, lijf', zie corpus.
1819.   innemend bn. 'bekorend'
categorie:
geleed woord
Nnl. innemend 'bekorend', bijv. in deeze Man ..., van een zeer inneemend voorkoomen [1765; WNT].
Teg.deelw. van innemen in de betekenis '(iemand) bekoren', zoals in iemand voor zich innemen 'iemand gunstig gezind maken', met als oudste attestatie Maria, heusch van aart, neemt alle harten in [1655; WNT]. De andere betekenissen van innemen zijn concreet, bijv. 'in beslag nemen; veroveren; (een geneesmiddel) inslikken'; het is mogelijk dat de overdrachtelijke betekenis is ontstaan naar het voorbeeld van Duits einnehmend 'bekorend', het teg.deelw. van einnehmen. Zie ook ingenomen.
1820.   innen ww. 'invorderen, (geld) ontvangen'
categorie:
geleed woord
Mnl. die hoets[talle] [sael] die Graue jnnen bi vonnesse van scepen 'de hoofdsom zal de graaf innen d.m.v. een vonnis door de schepenen' [1268; CG I, 128], ende die dese lettren bringhet. mach jnnen dese voerseide rente 'en degene die deze brief overhandigt mag de genoemde rente innen' [1292; CG I, 1953].
Afleiding van in, mnl. inne.

< Vorige 10 lemmata | Volgende 10 lemmata >
  naar boven