1.   rollator zn. 'looprek met wielen'
categorie:
geleerde schepping
Nnl. rollator 'looprek met wielen' [1996; Algemeen Dagblad].
Neologisme, gevormd uit de stam van het werkwoord rollen en het Latijnse achtervoegsel -ātor zoals dat ook voorkomt in bijv. condensator (zie condenseren), equator, katalysator, radiator.
In 1986 werden verbeterde looprekjes met wielen in Nederland ontworpen door de firma Premis Medical. Nederlandse export zorgde ervoor dat het woord ook bekendheid kreeg in andere talen, bijv. Duits Rollator en Frans rollator. Volgens directeur Ronald Keuning stamt het woord uit het Engels. Weliswaar was en is de algemene Engelse benaming voor de rollator (wheeled) walker, maar in het vakjargon was ook wel de naam rollator bekend; de oudste schriftelijke attestatie in het Engels is een titel van een afstudeerscriptie van de University of Washington: A comparison of effects of posture control walker and rollator walker on function and gait of children with cerebral palsy [1989; Worldcat]. In 1985 zou het woord al in Zweden bekend zijn geweest als rollator of rullator (bij het Zweedse werkwoord rulla 'rollen').
Literatuur: Van der Sijs 2006, 152-153
Fries: rollator


  naar boven