1.   arcadisch bn. 'idyllisch'
categorie:
geleed woord, geoniem
Vnnl. arcadisch 'betrekking hebbend op (een) Arcadië' [1647; WNT]; in de overdrachtelijke betekenis 'landelijk, herderlijk, naïef' [1782; WNT Supp.].
Afgeleid van Grieks Arkadía, een landschap op de Peloponnesos, een arm herdersgebied dat al in de bucolische literatuur van de klassieke Oudheid als het land van vrede en onschuld werd voorgesteld.
In de 16e eeuw werd de naam gebruikt in een aantal herdersromans, waarvan Arcadia (1593) van Sir Philip Sidney een van de bekendste is. In Nederland verscheen in 1637 Batavische Arcadia van Johan van Heemskerck. De naam van het Griekse gebied werd op andere gebieden overgebracht: 't weeld'rig Amstelland ... Een fraai Arkadië [1737; WNT Supp.]. Tegenwoordig wordt het bn. vrijwel uitsluitend in de betekenis 'idyllisch' gebruikt.
Fries: arkadysk


  naar boven