|
1. |
daas 1 zn. 'steekvlieg' categorie: waarschijnlijk substraatwoord Mnl. dauese, wespe 'horzel' [1240; Bern.]. Gewoonlijk wordt daas 1 gezien als een afleiding bij daas 2 in de betekenis 'wat als een dolle heen en weer gaat'. Goossens 1985 gaat echter uit van een eigen wortel pgm. *dawas- < pie. *dhowos- 'horzel'. Verwanten alleen in Rijnlandse dialecten, als dase 'steekvlieg'. Literatuur: Goossens (1985) "Daas 'Paardevlieg' en zijn varianten in de Nederlandse en Nederduitse dialecten", in: Hulde-album Prof.dr. Marcel Hoebeke, H. Ryckeboer (red.), Gent
|
naar boven
|