1.   proton zn. 'positief geladen kerndeeltje'
categorie:
leenwoord, geleerde schepping, bedenker bekend
Nnl. Het waterstof-atoom bestaat dus uit een proton naast het electron [1925; Vaderland].
Internationaal wetenschappelijk neologisme, gevormd op basis van Grieks prõton 'het eerste', het onzijdig ev. van het bn. prõtos 'eerst'. De uitgang -on sloot aan bij de al eerder ingevoerde naam van het elektron. Zie ook neutron.
Het woord werd in 1920 ingevoerd door de Britse natuurkundige Ernest Rutherford (1871-1937) als nieuwe naam voor de atoomkern van waterstof. De Griekse betekenis 'eerste' verwees naar het feit dat het proton het basismateriaal is waaruit alle andere atoomkernen zijn opgebouwd.
Literatuur: A. Romer (1997), 'Proton or prouton? Rutherford and the depths of the atom', in: American Journal of Physics 65, 707-716
Fries: proton


  naar boven